Home

zondag 17 augustus 2014

Een zwarte dag

Ik zit buiten de tempel onder een overkapping. De zon schijnt fel, de vogeltjes fluiten, de katten zitten vrolijk achter elkaar aan, terwijl ik naar de kist kijk, die klaarstaat in de crematorium tempel. De kist waar hij in ligt, Tonkla. Hij die maar 11 jaar heeft mogen worden. Hij, die afgelopen maandagavond onverwachts om het leven kwam. Hij, die voor zijn oma nog even snel iets ging halen aan de overkant van de weg. Hij, die even in het midden van de weg stopte omdat er zoveel verkeer was. Hij, die over het hoofd gezien werd door een wegpiraat die zo nodig op de verkeerde weghelft moest inhalen.

Mijn ogen dwalen af naar de familie, een gebroken gezin, moeder in Bangkok en vader hier. Ik kijk naar de oma en zie haar pijn, haar schuldgevoel dat zij degene was die hem gevraagd had om nog even snel wat te gaan halen.

Ik luister naar het gezang van de monniken dat me tot op het bot raakt. Ik hou mijn handen voor mijn borst tegen elkaar. Iedereen is even stil en luistert. Ik krijg een brok in mijn keel. Ik zit hier verdorie voor een jongetje van 11 jaar, waarom? De onmacht die ik op dit moment voel is onbeschrijfelijk. Ik kijk naast me naar Anuradha. Het was haar leerling van de 5e klas. Zij kende Tonkla goed, zij wist precies wat voor een karakter hij had. Die bewuste maandagavond waren Jack, Anuradha en een andere vrijwilligster op weg naar grandfather om daar te gaan dineren. Ze hoorde een klap en een auto heel hard remmen. Even hoop je nog dat het 'maar' een hond is. Langzaam komen ze dichterbij en horen dat het een jongetje is. Weer hoop je dat het iemand is die je niet kent, hoe hard het ook klinkt. En dan zie je hem, jouw leerling, op de grond, midden op de weg. Ongeloof, woede en frustratie. Waarom hij, waarom zo jong?

Om de crematie tempel staan struiken helemaal in bloei. Ik kijk hoe de vlinders dansen van bloem naar bloem. Zij trekken zich niks aan van wat er om hen heen gebeurd. Ik probeer als een boeddhist te denken, hij gaat door naar een volgend leven, misschien wordt hij wel herboren als rups en ontpopt zich in een prachtige vlinder. Maar nee, tranen branden in mijn ogen. Tonkla was een een jongetje van 11 jaar, met een heel leven voor zich.

Ik kijk naar de mensen om ons heen, er gaat een telefoon luid af, er wordt gelachen en gepraat. Heel even haat ik de Thaise cultuur. Ik erger me aan de opgewekte sfeer. Ik snap het niet. Ik wil schreeuwen dat ze hun mond dicht moeten houden. Ik wil de telefoons weggooien, ik wil dat ze stil zijn. Maar ik doe niks, ik accepteer dat ze hier nu eenmaal anders rouwen. Ze vieren het leven, hoe kort het ook was, en kijken vooruit naar een nieuw leven dat de ziel gaat krijgen.
Ik sla een arm om Anuradha heen want ik weet dat zij dit ook voelt. Ik wil wat zeggen maar woorden schieten me te kort. Ik wil haar troosten, maar ik weet niet hoe. Ik wil haar verdriet verzachten maar struikel bijna over mijn eigen verdriet.

De monniken zijn klaar met de zegening en wij lopen allemaal nog een keer langs de kist om de laatste eer te bewijzen. Ik kijk naar zijn foto, een guitig mannetje. Mijn hart krimpt ineen, bah wat kan de wereld oneerlijk zijn. Ik kijk naar de gezichten om me heen, respectvol lopen ze langs en wensen hem al het goede toe in zijn volgende leven.

Vele mensen gaan al weer naar huis nadat ze afscheid hebben genomen. Wij blijven. Ik zie de vader, moeder en de oma's om de kist staan. Ze pakken allemaal een foto van Tonkla vast en laten deze niet meer los. Ik kijk toe hoe ze de kist ontdoen van alle bloemen en versieringen. Ik zie hoe zelfs de tempel al wordt ontdaan van alle mooie doeken en draperieën. De kist wordt opengemaakt. Voor de laatste keer kun je hem zien. Hij wordt met kokoswater besprenkeld. Ik loop met Anuradha mee, mijn hart zit in mijn keel. Ik sta bijna bij de kist, maar ik kan het niet. Ik kan niet kijken en hem met kokoswater besprenkelen. Tranen rollen over mijn wangen als ik naar de vader kijk. Intens verdriet, ik voel zo met hem mee als ouder zijnde. Ik kijk over de kist heen en zie de deur van de crematieoven en voel een misselijkheid opkomen. 
Ik loop weer met Anuradha mee terug. Hij was het echt, fluistert ze, hij was het echt.... Woorden schieten me weer tekort, ik pak haar stevig vast terwijl de tranen loskomen. Waarom hij?

De familie blijft staan. Een paar mannen draaien de kist, de familie neemt voor de allerlaatste keer afscheid. Ik kijk hoe de kist, onder luid gekraakt, de crematieoven in gereden wordt. Daar gaat hij, 11 jaar oud, en nu moeten we hem al achterlaten. In stilte kijk ik hoe de zwarte rook uit de schoorsteen langzaam dikker wordt. Ik wil het begrijpen maar ik kan het niet. Ik wil iets doen maar ik kan niks doen. Ik kan alleen maar kijken. Kijken en wensen dat hij nu in goede handen is, of dat nu bij God is, of dat hij op weg is naar een nieuw leven. Ik hoop dat hij rust vindt. 
Ik wens zijn familie veel sterkte met het verwerken van dit tragische verlies. Ik wil Anuradha de kracht geven om hier bovenop te komen, maar ik sta machteloos. 

We stappen in de tuktuk en langzaam verdwijnt de zwarte rook uit het zicht. Ik kijk naar de kinderen die vrolijk aan het spelen zijn, net naast de tempel, alsof er niks gebeurd is. Ik neem alles om me heen in me op, en toch komt er niks echt binnen. Ik voel me verdoofd.
Ik kom thuis waar Luna met open armen op me staat te wachten. Ik pak haar op en weer vullen mijn ogen zich met tranen. Ik geef haar een dikke knuffel. Wat ben ik dankbaar dat ik mijn meisje in mijn armen kan sluiten. Iets wat Tonkla's ouders nooit meer kunnen...

Terwijl de wereld rouwt om Robin Williams, rouwen wij om Tonkla. Een gebeurtenis die meer impact heeft gehad op de dorpen hier dan aan de gezichten is af te lezen. Hoewel ik je nooit persoonlijk heb gekend, ga ik je missen. Je klasgenootjes, het dorp, iedereen zal je missen. 

Rust zacht lieve Tonkla...


zaterdag 9 augustus 2014

Just Being A Mom

Soms klinkt een zin in het Engels net even beter dan in het Nederlands, zo ook de titel van deze blog post; Just Being A Mom.

Een korte intro;
Tijdens de week van de 25 vrijwilligers (die we trouwens perfect zijn doorgekomen, daarover later meer) kreeg ik regelmatig vragen wat ik die dag zou gaan doen. Simpel, voor Luna zorgen en het huishouden draaiende houden. Maar een vraag die me bij bleef was; waar bestaat jouw dag uit? Haast beschaamd zei ik voor Luna zorgen en om het iets minder saai te laten lijken voegde ik er aan toe dat ik nog wat administrative dingen voor de organisatie moest doen.

Dit zat me een paar dagen niet lekker. Waarom bekruipt dit beschaamde gevoel mij als ik zeg dat ik 'alleen maar' voor Luna zorg?! Sinds wanneer is het opvoeden van een kind, 'alleen maar' geworden? En waarom schaam ik me ervoor? 

Daarom heb ik nu met mezelf afgesproken dat ik nooit meer 'alleen maar' vaak zeggen. Nee, ik zorg voor Luna, punt! Ik ben er trots op. Ik ben trots op het feit dat ik de tijd heb om lekker met Luna te spelen wanneer ik dat wil (of beter gezegd wanneer Luna dat wil ;) ), ik ben trots dat ik zelf gekookte maaltijden op tafel kan zetten, verse broden en zelf gebakken koekjes aan Luna kan geven. Ik ben trots dat ik mijn dochter kan bijbrengen wat ik haar bij wil brengen. Bewust van alles om ons heen en niet opgeslokt worden in de drukte van de dag. 



Zien mijn dagen er niet hetzelfde uit? Ja en nee. Iedere moeder kan beamen dat geen dag hetzelfde is met een baby/dreumes/peuter/kleuter, maar het kan soms wat eenzijdige zijn. Maar is dat ook niet met iedere baan? Heeft iedereen niet eens een keer een dag waarop je je afvraagt hoe het zou zijn om ander werk te hebben of dat je werk op je bureau hebt liggen waar je nu echt even geen zin in hebt. Zo is het ook met huismoeder zijn. Ik hou van mijn 'baan' en zou voor geen goud anders willen. Wat voor de een uitdagend is, is voor de ander saai. Luna is de hele dag door actief, loopt, praat en speelt wat af op een dag. 

Hoewel ik stay-at-home-mom ben (vind het Engels mooier klinken dan huismoeder...) zit ik niet stil en is zorgen voor Luna en het huishouden niet het enige wat ik doe. Voor de vrijwilligers zorgen, administratie voor de organisatie en natuurlijk het ouderwetse handwerken, ik verveel me niet. Of ik daarmee niet mijn opleiding tot interieur architect vergooi? Is een vraag die ik vaak krijg. Alle scholing die ik tot nu toe genoten heb heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben. Het heeft me veel geleerd over het leven en daardoor kan ik nu een goede moeder voor Luna zijn. 



Ik respecteer ook alle moeders die wel willen blijven werken. Ik zeg niet dat iedereen thuis zou moeten blijven. Voor mij voelt dit goed maar (gelukkig) denken veel moeders hier ook anders over. Iedereen is anders en heeft andere voorkeuren. Ik snap helemaal dat je blijft werken voor de sociale contacten en voor je persoonlijke ontwikkeling. Het scheelt natuurlijk wel dat wij veel vrijwilligers over de vloer krijgen waardoor ik niet volledig in een isolement zit maar toch veel sociale contacten om me heen heb. En persoonlijke ontwikkeling, spiritueel.

Jaren geleden had ik me dit leven niet kunnen voorstellen maar nu zou ik niks anders willen. Natuurlijk heb ik dagen dat alles tegenzit en ik het even niet meer zie zitten, de cultuur, mijn schoonouders of het huishouden. Als Luna dan 's avonds in haar bedje ligt en ik over haar haartjes strijk glijden alle zorgen weer even weg en geniet ik van ons mooie meisje. Zij is alle bloed, zweet en tranen waard!

Ik ben moeder van Luna, 24 uur per dag, 7 dagen per week, punt!



Daarom ben ik des te zenuwachtiger voor dit weekend. Maanden geleden heb ik besloten dat ik Julia, een Duitse vriendin die in Bangkok werkt, weer eens gaan bezoeken... Alleen... Ik geniet enorm van dagjes en weekendjes uit met mijn gezinnetje maar soms heb je gewoon even behoefte aan Me-time :) Een weekendje gezellig kletsen, shoppen en relaxen. 
Ik ben super zenuwachtig op dit moment om Luna thuis te laten. Jack is vaak druk met vrijwilligers en daarom ben ik vaak degene die Luna op bed legt en eruit haalt. We hebben de laatste dagen geprobeerd om Jack wat meer te betrekken bij de dagelijkse taken, maar sinds afgelopen weekend is hij geteisterd door een zware griep. Van meehelpen komt er nu dus niet veel van. Tot overmaat van ramp ben ik een paar dagen geleden uitgegleden met Luna in mijn armen onderaan de trap. Gelukkig stootte Luna alleen zachtjes haar hoofd maar ik ben vol op mijn billen gevallen omdat ik haar wilde redden. Mijn onderrug heeft een flinke klap gekregen, maar gelukkig is het inmiddels bijna helemaal over. Ik kreeg de laatste paar dagen wel wat last van griepverschijnselen maar gelukkig heeft het niet doorgezet.

Vandaag, op mijn verjaardag :) vertrek ik met de nachtbus naar Bangkok en dinsdagochtend heel erg vroeg ben ik weer terug. Luna zal me dus maar 2 dagen missen. Ik zal Jack en Luna wel erg gaan missen, maar ik kijk ook erg uit naar quality-time met Julia.

Nog een klein uurtje en dan moeten we gedag zeggen, dat gaat wel moeilijk worden. Ik ga me sterk houden en mijn kleine meisje gaat een lekker weekend met haar papa hebben!